Bariloche ligt aan het Nahuel Huapi meer aan de voet van de Andes. In dit bergstadje is de “tren Patagones” aangekomen na zijn woestijntocht. Een flink contrast met onderweg! Ze maken hier graag de heel terechte de vergelijking met ZwitserIand. In de zomer zitten alle hotels vol met trekkers, in de winter het ski gebeuren. De meeste gebouwen zijn opgetrokken uit zwaar rond hout, het geeft een beetje een ouderwetse tiroler sfeertje. De winkels daarentegen zijn heel modern. Alle technische beschermende kledij tegen koude, wind en sneeuw zijn hier te koop. Ik schaf me aan wat ik denk nodig te hebben, verorber tussendoor een paar van hun malse truchas en neem de bus over de bergen naar Puerto Montt in Chile.
Wel, Patagonia is zo mooi als beloofd en zelfs iets meer. Het Argentijnse deel woestijnachtig, het Chileense deel erg groen en vochtig. Daar middenin de Andes met zijn gletsjers.
In Puerto Montt scheep ik in op de “ Evangelistas” naar Pueto Natales. We wurmen ons met vier dames van verschillende nationaliteit in ons cabientje en vertrekken met de zwaar bevrachtte ferry naar het zuiden.
Drie dagen glijden we door de fjorden, onbewoond op het stadje Puerto Edén na.
We worden wat robuust maar uitstekend verzorgd door twee mannelijke mamma’s zodanig dat we ons honderd procent kunnen wijden aan het vergapen aan de pracht die voorbij trekt.
Het eten is lekker, en tussen de maaltijden door worden yoga lessen geserveerd.
Bergen in alle kleurgradaties. Tundra Magallánicas, naaldbomenbossen, bladverliezende bossen, in de verte Pattagoneese steppe. Kale rotsen. Sneeuwbedekte toppen en naar beneden glijdende gletsjers. Watervallen van kleintjes tot hele grote. De kleurenschakeringen zijn eindeloos. Zwart groen wit oker. Het water gaat van donkerblauw tot aquamarijn groen waar de gesmolten gletjers in het meer lopen.
Het weer verandert constant van koude heftige wind tot weldadige zonneschijn om even plotseling te gaan regenen. En door deze grilligheid heel regelmatig regenbogen, soms twee gelijktijdig.
Zolang we tussen de fjorden blijven, glijden we ongestoord en zachtjes over het water aan een snelheid van 12 knopen.
De tweede dag gaan we de volle zee op. De Pacific met haar veraderlijke naam. De snelheid wordt verlaagd naar 9 knopen, maar desondanks zullen we 14 uur door elkaar geschud worden met een onophoudelijk geweld. Het schip stampt en rolt, verschillende van de niet zo soepele medereizigers komen op de grond terecht. Anti zeeziekpillen worden mild uitgedeeld, en zelfs ik met mijn zeebenen voel mijn maag opspelen vanals ze niet helemaal vol zit. In de eetzaal worden we liefdevol geassisteerd door het personeel dat onze plateaus en indien nodig onszelf met forse greep op het rechte pad houdt.
De derde dag is zo mogelijk nog mooier. De rust is weergekeerd nu we in het “Messier kanaal” aangekomen zijn. We kruisen regelmatig andere vaartuigen die naar het noorden opvaren. We wringen ons door een nauwe vaargeul.
We zien in de verte de “Torres del Paine” .
Ik sta 12 uur met een aantal andere getrouwen op de voorboeg en drink de schoonheid in tot ik helemaal soft word. We zien een walvisstaart in de verte, een aantal net onder het oppervlak wriemelen dolfijnen, albatrossen zweven een eindje met ons mee.
Tot we aankomen in Puerto Natales. Een etherisch stadje met mini huisjes van drie meter hoog tegen de de achtergrond van de gigantische bergen. Eerst wordt de vracht ontscheept, dan onze bagage en een paar uur later de passagiers.
Dit is een van de mooiste ervaringen die ik ooit meegemaakt heb. Hieronder een serie foto’s in de onmogelijke poging de schoonheid te vereeuwigen. Alle foto’s op de blog zijn met mijn gsm-etje gemaakt.